Vogelvriendelijk tuinieren is een manier om vogels naar jouw tuin toe te lokken. Hierin speelt de beplanting een grote rol en ook de manier waarop de tuin verzorgt wordt. Maar het is ook goed om te weten wat de verschillende behoeften van de vogels zijn die je in je tuin wilt hebben. Zoals bijvoorbeeld nestkasten, drinkbakjes of voederplanken. We geven een aantal voorbeelden ter inspiratie!
Nestkasten voor de koolmees
Een nestkast die geschikt is voor een koolmees, kan ook gebruikt worden door een pimpelmees, ringmus en de bonte vliegenvanger. Hang de kast op een rustige plek, die enigszins beschut is. Dus niet pal in de zon of op een plek waar het in kan regenen. Zorg er ook voor dat er een vrije aanvliegroute is voor de vogel. Wanneer de vogels erin genesteld hebben, kun je in het najaar de kast schoonmaken.
Wanneer een koolmees echtpaar een geschikte nestkast gevonden hebben, maakt één van het stelletje met de snavel markeringen rondom de opening. Bijzonder gezicht, als het koolmeesje daarmee bezig was.
In de winter is de nestkast een fijne schuilplaats voor de vogels, waar ze zich kunnen verschuilen voor het barre weer.
Nestkasten voor verschillende vogelsoorten
In het natuurlijke milieu van vogels zijn geen vaste normen en waarden. Vorm en grootte van nestkasten zijn minder belangrijk dan de plaats waar je ze ophangt en hoe de bescherming is tegen rovers. In de natuur broeden vogels ook in holen die voorhanden zijn, zoals nissen in een boom of rotsspleten. Hoe meer aanbod er is, hoe kieskeuriger ze worden. En dat is eigenlijk wel logisch, toch!
Naast een veilige plek voor de baby’s, is het natuurlijk ook fijn als er voldoende eten in de buurt te vinden is. Vooral voldoende variatie, en dan niet alleen het kant en klare voer dat wij ze geven. Ouders moeten ook de gelegenheid hebben om voldoende insecten te vangen, en houden ook van sommige onkruid of fruit.
Nestbuidel voor het winterkoninkje
Deze nestbuidel kun je in een boom of tegen de muur hangen, maximaal op 2 meter hoogte. Zoek een goed verstopte plaats, tussen struiken of klimplanten. Oorspronkelijk leven ze vooral in het bos waar ze graag hoog in de boom een nest hebben.
Een rustige, beschutte plek wordt zeker op prijs gesteld door het winterkoninkje. Er mag dus geen zonlicht of regen op de nestbuidel komen. En geeft het winterkoninkje voldoende aanvliegruimte.
Voordelen van de tuin voor de heggenmus
De meeste tijd brengen de heggenmussen door in dicht struikgewas. In de bossen vind je ze vooral in dicht kreupelhout, waar ze door hun kleur helemaal niet opvallen. In tuinen met heggen en dichte struiken zoeken ze ook graag een plekje. Vaak hebben ze er ook een voordeel aan, dat er voldoende voedsel in de buurt te vinden is. Ze maken graag hun nest in de heggen, naaldbomen en struiken. Nestkasten hebben deze vrolijke zangers niet nodig. Als wij zorgen voor voldoende groen in onze tuin, maken we daar zeker vrienden mee!